Bij klassieke IVF worden er ongeveer 200.000 goed beweeglijke zaadcellen rond elke eicel gebracht. Elke eicel bevindt zich nu in een apart schaaltje. De zaadcellen zullen nu op eigen kracht de steuncellen rond de eicel moeten losweken. Uiteindelijk zal slechts één zaadcel binnendringen in de beschermschil (zona pellucida) van de eicel en ze vervolgens bevruchten. Hierbij zal de kern van de zaadcel eerst opzwellen zodat ze even groot wordt als die van de eicel (pronucleair stadium), nadien zullen deze twee ‘voorkernen’ zich versmelten en zal de bevruchte eicel (embryo) zich beginnen delen.
Bij ICSI (IintraCytoplasmatische Spermacel Injectie) wordt door de bioloog een zaadcel rechtstreeks in een eicel ingebracht met een fijne naald.
pronucleair stadium embryo dat begint te delen
Ontwikkeling van een embryo
De tweede dag na de eicelaspiratie zal een embryo tussen de 2 a 4 cellen hebben. Op de derde dag tussen de 6-8. Op de vierde dag kan men de cellen niet meer apart onderscheiden en spreekt men van morula. Op de vijfde dag begint zich een holte te vormen in het embryo en kunnen we de cellen onderscheiden die uiteindelijk de baby zelf gaan vormen (blastocyste).
Vooraleer een embryo zich in de baarmoeder kan innestelen zal het zich van zijn beschermschil moeten ontdoen. Het embryo zal een kleine opening maken in deze schil en er doorheen kruipen (Dit proces noemen we hatching). De gehatchte blastocyst is nu klaar voor innesteling.
Praktisch : U wordt de dag na de eicelaspiratie gebeld vanuit het IVF labo. Zij zullen u vertellen hoeveel eitjes er ‘rijp’ waren en hoeveel er bevrucht zijn geraakt. Ook zullen zij U een afspraak geven voor het terugplaatsen van het (de) embryo(‘s).
Foto's : hieronder ziet u de embryoontwikkeling van rijpe eicel over 2 cel 4 cel 8 cel Morula tot Hatchin Blastocyste