Nevenwerkingen en complicaties van fertiliteitsbehandelingen

Meerlingen

  • Bij ovulatie inductie en inseminatie zal de echo-monitoring ervoor zorgen dat we precies weten hoeveel eitjes er uitrijpen. Als er teveel uitrijpen kunnen we ofwel de cyclus cancellen ofwel de overtollige eitjes wegzuigen zodat de kans op een meerling nagenoeg onder controle kan worden gehouden
  • Bij IVF en ICSI weten we perfect hoeveel embryo’s we terugplaatsen. In principe beperkt dit de kans op meerling. Opgelet : eeneiïge tweelingen ontstaan ook na IVF of ICSI. De kans hierop is zelf mogelijk lichtjes hoger dan in normale omstandigheden.

Buitenbaarmoederlijke zwangerschappen (EUG) en miskramen

Net zoals bij natuurlijke zwangerschappen komen eug en miskramen ook voor na fertiliteitsbehandelingen. Mogelijk is de kans hierop iets hoger. Het is dus van belang dat u van nabij wordt opgevolgd van zodra u zwanger bent na een vruchtbaarheidsbehandeling. In principe krijgt u een eerste bloedname om de zwangerschap vast te stellen. Een tweede bloedname volgt na één week. Een eerste echografie wordt uitgevoerd in de weken nadien. De verdere opvolging van uw zwangerschap wordt gedaan door uw eigen gynaecoloog.

Nevenwerkingen van hormoonbehandelingen

  • Clomid: dit antioestrogeen kan specifieke nevenwerkingen hebben bij een minderheid van mensen die het nemen. Soms echter zijn ze storend. Het kan gaan over vapeurs, hoofdpijn, opgezette buik, misselijkheid, stemmingswisselingen, visuele stoornissen
  • Menopur en andere gelijkaardige stimulerende hormonen: deze hebben in principe enkel een effect op de rijpende eicellen en hebben geen directe nevenwerkingen. Echter bij meerdere groeiende follikels zullen deze samen meer vrouwelijke hormonen aanmaken die op hun beurt verantwoordelijk zijn voor toegenomen cyclusklachten zoals misselijkheid, borstspanning, opgezette buik etc.

Specifiek voor inseminatie

  • Het inbrengen van een catheder in de baarmoeder is een veilige procedure die geen pijn doet. Soms kan een beetje bloedverlies optreden.
  • Infectie na een inseminatie is uitermate zeldzaam. De zaadcellen worden in een steriele omgeving gewassen. De meeste bacterieën worden hiermee verwijderd.

Specifiek voor IVF

  • Bloeding: bij het opzuigen van de eitjes wordt met een naald de eierstok aangeprikt door de vaginawand heen. Deze kan na de procedure wat nabloeden. Meestal wordt dit snel herkend en opgelost. De eierstok zelf kan ook nabloeden. Dit bloedverlies loop de buikholte in en is verantwoordelijk voor ongemak na de eicelaspiratie. In ongeveer 1/1000 zal dit nabloeden te hevig zijn. Via een laparoscopie zal dan de bloeding worden gestelpt
  • Infectie: de vagina zelf is niet steriel. Aanprikken vanuit de vagina houdt dus ook risico in op het overbrengen van infectie. In de praktijk zien we minder dan 1% kans hierop. Bepaalde risicopersonen krijgen preventief antibiotica toegediend.
  • Perforatie: het prikken doorheen de blaaswand om de eierstok te bereiken wordt zo mogelijk vermeden, doch soms is dit niet mogelijk. Na een blaaspunctie moet u veel drinken, krijgt u antiobiotica en soms een blaassonde. Het prikken doorheen de darmwand wordt steeds vermeden gezien het grotere infectiegevaar. Accidenteel aanprikken wordt steeds behandeld met antibiotica.